Duitse Federale Openbare Ministerie vervolgt een in Nederland woonachtige Spanjaard


Op woensdag 11 december vond om 9 50 uur een huiszoeking plaats in Vaals (Nederland). De huiszoeking werd uitgevoerd door 10 Nederlandse politieagenten, een rechtercommissaris voor strafzaken van de rechtbank van Maastricht, 2 LKA (Landes Kriminal Arnt)-agenten en 2 BKA (Bundes Kriminal Amt)-agenten.

De in totaal 16 Duitse en Nederlandse politiemensen verschaften zich met hulp van een sleuteldienst toegang tot de woning. De op dat moment enige aanwezige bewoonster werd zich pas bewust van de huiszoeking toen de kamer naast haar al helemaal doorzocht was Ondanks herhaald vragen weigerden zowel de Duitse als de Nederlandse agenten haar de reden van de huiszoeking op te geven. Daarbij verwezen de Duitsers naar de Nederlanders en vise versa. Na nog langer aandringen werd uiteindelijk medegedeeld dat het huiszoekingsbevel door het Generalbundesanwaltschaft (Federale Openbare Ministerie) in Karlsruhe was uitgevaardigd. Tijdens de twee uur durende aktie werden twee personal computers, diskettes, foto's, een pamflet en Radikalstikkers in beslaggenomen.

Gedurende de hele operatie werd niet duidelijk tegen wie deze aktie nu gencht was en waarom het huis doorzocht werd. Pas toen na de huiszoeking Miguel, een andere bewoner van zijn werk terug naar huis kwam en hij zijn moeder in Aachen (Duitsland) opbelde werd de zaak duidelijker. Naar bleek vond op dat moment bij zijn moeder ook huiszoeking plaats. Daarbij werd niets in beslag genomen.

Bij deze huiszoeking waren 6 LKA-agenten betrokken. Als reden voor deze huiszoeking werd aangegeven dat er bij de huiszoeking in Vaals aanwijzingen waren gevonden die naar dat adres verwezen In de bij de moeder achtergelaten kopie van het huiszoekingsbevel stond: "Tijdens de huiszoeking van de woning van de verdachte [...], werden vandaag bewijsstukken gevonden, waaruit valt af te leiden dat de verdachte ook medegebruik maakt van de woning van zijn moeder [. . .] . Deze 'bewijsstukken' betreffen in Vaals aangetroffen autopapieren van Miguels moeder.

Als doel van de huiszoeking werd in de voornoemde kopie het volgende aangegeven "Het opsporen van de publikatie Radikal, abonnementenlijsten en financiele afrekeningen bescheiden". De verdachte wordt beschuldigd meegewerkt te hebben aan de tot standkoming en verspreiding van het uitsluitend in de BRD verboden tijdschrift Radikal. De volgens het Duitse Federale Openbare Ministerie daaruit volgende begane strafbare feiten zijn de volgende: lidmaatschap van een criminele vereniging, werving en ondersteuning van een terroristische vereniging en nog verdere strafbare feiten.

De veronderstelde medewerking aan een politiek, in de BRD verboden, tijdschrift is blijkbaar voor de Nederlandse overheid voldoende om handlangerswerkzaamheden voor het Duitse justitieapparaat te verrichten Hierbij leidt de Duitse rechtsopvatting met betrekking tot de inhoud van een tijdschrift tot gemeenschappelijke vervolging van een in Nederland woonachtige Spanjaard. En dat terwijl het tijdschrift Radikal in Nederland niet verboden is of vervolgd wordt.

De dimensie van de samenwerking tussen de BRD en Nederland binnen het raamwerk van het nieuwe 'Europese veiligheidsbeleid' wordt in deze zaak heel duidelijk weerspiegeld. De beschreven voorvallen laten duidelijk zien dat er een poging wordt gedaan een nieuwe inhoud te geven aan de vervolging, over grenzen heen, van in politiek opzicht ongeliefde mensen.

Voor meer info :

Solidariteitsgroep Politieke Gevangen